Dinsdag hebben we de lokale markt ontdekt. Erg grappig, je voelt je helemaal zo'n "Pluijm op pad", zoveel dingen die je niet kent. En - we blijven Nederlanders - nóg goedkoper dan de supermarkt.
Woensdag zijn we naar het strand geweest, 's zomers zal het hier nu wel vol liggen, maar nu is het een lange rij spookhotels. Bijna dan, we vonden nog een cafeetje om ff een cortado te scoren.
Nick vond het wel bijzonder, dat rare spul dat je maar slecht vast kan pakken.
Vrijdag weer ff een wandelingetje gepland. La boca de Oria is een diep gat middenin een vrij smalle bergketen. Daar wilden we wel eens inkijken, en dus reden we vanaf hier naar Oria en dan nog ff verder naar het hoogste punt van de weg op ongeveer 1200 meter hoogte.

We hoopten op een pad, maar dat was er natuurlijk niet. Vinz wist dat het een kilometer of vier lopen was, maar hield dat maar even voor zich. "De berg ziet er begaanbaar uit, zullen we cross country gaan?". Marja die zin had in een loopje en de randinformatie niet kende stemde in. Het begon met een klim van 80 meter. Het terrein viel mee, er groeit niet veel daar. Boven aangekomen bleek Google maps' informatie in elk geval wel waardevol te zijn, daarvandaan was het redelijk vlak en we konden over de graat, die af en toe meer een plateau was lopen. Deels op kompas, deels volgens oude herderspaadjes kwamen we een uur en drie kwartier later op het uitzichtpunt uit.
Toen nog even anderhalf uur terug, en we beseften dat dit de eerste echte inloper moest zijn. We waren redelijk stuk, niet van de grote hoogteverschillen (een meter of twee a driehonderd), maar door het ontbreken van een pad is bijna iedere stap scheef. Wonderbaarlijk waren we de volgende dag bijna weer helemaal de oude.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten