Moest van de week ineens denken aan de Kilimanjaro (Jandini maakte een opmerking over het bereiken van hoogtepunten), en bedacht dat Marja daar eens een leuk stuk over geschreven had:
We schrijven mei 2007:
Het is dat we weten dat de berg er is en hoe hij eruit ziet, want vooralsnog is hij continue in de wolken verscholen gebleven. Dat maakt het wel apart hoor, dat je je doel niet kunt zien.
De start van onze beklimming verliep niet geheel volgens plan, het eerste uur na het afgesproken tijdstip maakten we ons nog geen zorgen. We zijn gewend aan de flexibele manier van klokkijken (denken we). Maar uren later,en na veel stampij van onze kant, lukt het ons om met onze gids en 4 dragers bij het beginpunt van onze 6-daagse tocht aan te komen.
We hadden die dag immers nog 1300 hoogtemeters om te overbruggen. Bovendien wisten we dat het niet steil zou zijn, zodat dat ons zeker 4 uur zou kosten.
En dan denk je uitstappen en op pad! Maar nee, welkom in Afrika. Behalve de bureaucratie waar je mee te maken hebt, is efficient werken hier bepaald niet uitgevonden. Er was geen sprake van dat wij alvast met de gids op pad konden, want als onze dragers niet aangestuurd worden dan gebeurt er gewoon niets. Als ze wel aangestuurd worden dan is 1 persoon iets aan het doen, terwijl de 3 anderen, de gids en wij daarnaar staan te kijken. Niet echt handig als je voor donker bij het eerste kamp wil zijn. Gelukkig waren we sterk en liepen we gemakkelijk naar boven. Toch probeerden we zo 'polle, polle' mogelijk te doen, langzaam stijgen is m'n belangrijkste motto deze week.
Vergeleken bij onze laatste tocht in het Atlasgebergte afgelopen winter, viel het erg mee met de temperatuur 's avonds en 's nachts, ondanks het feit dat we al op 3000 meter zaten. Dat is het voordeel van een berg op de evenaar. Ondanks het gebrek aan comfort (een dun en vrij hard slaapmatje waar onze westerse lijven nooit aan zullen wennen) hebben we allebei goed geslapen. Natuurlijk kun je je niet omdraaien zonder wakker te worden, maar daarna vielen we tenminste wel weer iedere keer in slaap. 's Nachts klaarde het helemaal op en dat leverde een prachtige sterrenhemel op.
Vanmorgen dan eindelijk de top van de berg gezien. Wat is zonsopgang toch een heerlijk moment van de dag! Heerlijk buiten voor het tentje ontbeten, we zijn fit en sterk en de 1000 meter stijgen vandaag leveren geen problemen op. Liepen we gisteren nog door het prachtige met mos begroeide regenwoud, vandaag komen we duidelijk hoger. De meest bijzondere bomen, planten en bloemetjes komen we tegen. Zo ongeveer vlak voor onze voeten, dus zelfs als ik vergeet om me heen te kijken, zie ik alles...
Ons leven op de berg is eenvoudig, 6 dagen lang denken we voornamenlijk aan eten, lopen en slapen. Het weer speelt een belangrijke rol, de tweede dag bijvoorbeeld, begon het aan het begin van de middag te regenen. Tijdens het lopen geen probleem, daar kun je je prima tegen kleden. Maar je zorgt ervoor dat je zo snel mogelijk je einddoel van de dag wilt halen om weer droog en warm te worden. Uitzicht is er niet, want je loopt in de regenwolken. Vanaf half twee zitten we in ons twee persoons Lafuma tentje (werk en vakantie zijn bij mij altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden...) en dan wordt het een lange middag en avond! We kaarten, lezen en praten, en worden prima verzorgd met nootjes, versgepofte popcorn, thee, koffie en warme chocomel en 's avonds een heerlijk diner. Onze 'kok' verricht wonderen op zijn enkele brander. Iedere dag weer afwisselende gerechten; vanavond vonden we het een verstandige zet van de kok om voor aardappelen en verse groentes te kiezen, iedere aardappel die opgegeten wordt hoef je in ieder geval niet verder de berg op te sjouwen! Als ik hun was zou ik ook niet lang meer wachten met de kool...
Het plan voor de derde dag is wederom 1000 meter stijgen, maar ook weer 800 meter af te dalen als 'acclimatisatie-wandelingetje'. We hebben bewust gekozen voor deze route om ons lichaam de kans te geven aan de hoogte te wennen. 5895 meter is te hoog om op een andere manier verantwoord boven te komen. Het lage percentage geslaagde toppogingen is dan ook voornamenlijk te wijten aan het feit dat mensen er te kort tijd voor uittrekken.
Eenmaal boven de 4300 meter werd het zwaar, m'n ademhaling was te oppervlakkig en mijn tempo te hoog. Ik zat daardoor tegen hyperventilatie aan, mijn bekende zwakke plek, zowel mentaal als fysiek. Gelukkig was een half uurtje bewust ademhalen zittend op een steen voldoende om te herstellen en konden we heel rustig aan verder. Na de lunch daalden we af in een ander dal naar onze overnachtingsplaats. De jongens hadden de tenten al opgezet, maar omdat het weer mistig werd, moesten we goed opletten om niet langs hen heen te ver af te dalen.
Al met al 6 uur gelopen, een zware tocht en we liggen dan ook met een lichte hoofdpijn uit te rusten in het tentje. Hopen dat we voldoende herstellen door op deze lagere hoogte te overnachten om morgen weer te kunnen stijgen naar het hoogste kamp, waar vanuit we de toppoging gaan ondernemen.
Vandaag even goed gevoeld dat er niets vanzelfsprekends aan is om op deze hoogte een dergelijke prestatie te gaan leveren, nu eerst uitrusten, eten, drinken en herstellen.
Zo, kamp 4 hebben we in ieder geval gehaald. Het eerste uur vanmorgen was meer rotsklimmen dan wandelen. Dan is het voor mij onmogelijk om m'n hartslag onder controle te houden. Voetje voor voetje probeer ik verder te gaan, ook mentaal heb ik het zwaar, we dalen tot 3 keer toe alle met moeite geklommen hoogtemeters weer af, zodat we met bijna 1000 hoogtemeters in de benen lunchen op dezelfde hoogte als waar we 's morgens startten... Gelukkig was het laatste stuk niet steil en konden we voetje voor voetje verder naar boven. We bereikten kamp 4 uiteindelijk om 3 uur 's middags, slechts 1 uur later dan gepland. Er staat dan al een stevig windje, maar we hebben een prachtig uitzicht rondom: aan de ene kant de witte sneeuwtop van de berg, aan de andere kant een vliegtuigperspectief op een prachtig wolkendek.
Zal het ons gaan lukken om de top te halen? Het is nog 1300 meter stijgen vanuit kamp 4 en we zullen vannacht om 12 uur vertrekken voor onze toppoging...
's Middags vanaf een uur of 3 was het de bedoeling dat we gingen rusten/slapen om fit te zijn voor de toppoging. Er stond echter zo'n storm dat het geklapper van de tent al snel oorverdovend werd, bovendien werd de tent tijdens windvlagen tot op onze benen naar binnengedrukt door de wind. Het plan was als volgt: om 11 uur 's avonds opstaan en alle laagjes kleding die we bij ons hadden over elkaar aantrekken. Om half twaalf thee en koekjes om voldoende vocht binnen te krijgen, en om 12 uur 's nachts met hoofdlampjes op lopen.Als alles goed ging zouden we om ongeveer 6 uur 's morgens op Stella's Point de zonsopgang zien en vandaar was het nog 150 meter stijgen naar de echte top; Uhuru's Peak op 5895 meter.
Onze wens en hoop dat de wind zou zijn gaan liggen was vergeefs. Het stormde flink, maar om 12 uur op 46oo meter hoogte ging het nog wel met de temperatuur.
Het begon al snel met een stukje rotsklimmen, waarbij al wat onzekerheid ontstond over de route, die in het donker lastig te onderscheiden was. We bleken iets van de route te zijn afgeweken en de gids besloot om 'gewoon' op gevoel de juiste richting te nemen. Wij vertrouwcden hem en volgden hem ondanks de steile route met een lastiger ondergrond, ik voelde me gelukkig fit, sterk en vastberaden om zo ver mogelijk te komen.
De omstandigheden werden bar, de arctische orkaan wilde niets liever dan ons van de berg afblazen, en we moesten ons af en toe naar voren in de wind gooien om niet achterover te worden geblazen. De schuine hellingen die we zigzaggend overstaken waren verraderlijk, zo in het donker kon je niet zien hoe ver je zou vallen als je weggleed, en dat was maar goed ook, want als ik bang was geworden dan gaat het juist mis.
Pauzeren was eigenlijk onmogelijk, zodra je stil zat koelde de wind je teveel af, dat was gevaarlijk. We liepen nu steil omhoog door zacht lavagruis dat aanvoelde als zand, iedere pas zakte je ook weer een stukje achteruit, loodzwaar dus. Vanaf ongeveer 5000 meter hoogte kreeg ik last van een waas over m'n rechteroog. Het deed geen pijn, en mijn vastberaden gefocuste geest had besloten dat ik met 1 oog ook door kon naar de top... Na uren voortploeteren tegen de ijskoude storm in (wimpers, snor en baard waren met ijs bedekt) wisten we Stella's point te bereiken. Het was nog donker, door onze route die steiler maar ook een stuk korter was waren we te vroeg voor de zonsopgang. Het was veel te koud om te gaan zitten wachten, dan zouden onze vingers en tenen zeker bevriezen. Eerst door naar de summit dus. Maar door alle sneeuwval van de laatste tijd was dat laatste stuk van maar 150 hoogtemeters verraderlijk zwaar. We zakten af en toe diep in de sneeuw weg, en we moesten ons schrap zetten en in de wind hangen om niet omver geblazen te worden. Ik was leeg, op, niet in staat om meer dan 10 passen achter elkaa te lopen om daarna weer minuten uit te staan hijgen. Het ging niet meer, ik kon niet meer verder, maar ik zag het bord van de summit al voor me! Ik riep nog een keer 'g*dverd*mme, we gaan het halen!' om mezelf op te peppen en bijna strompelend bereikten we het bord 'Uhuru Peak, 5895 meter'. Ik stond er uitgeput tegenaan geleund terwij Vinz de elementen trotseerde en zijn handschoenen uitdeed om foto's te maken.
Het uitzicht was magnifiek, het licht was prachtig, we stonden er, we hadden het gehaald, maar dat besefte ik pas echt toen we allang op weg naar beneden waren... Gelukkig hadden we naar beneden het normale paadje, wat een stuk minder steil en gevaarlijk was.
Maar we waren er nog niet; we moesten vandaag nog bijna 3000 meter afdalen! Gelukkig wel even ontbijt en twee uurtjes slaap in kamp 4, waar we werden opgewacht en gefeliciteerd door ons team van dragers. M'n oog ontdooide ondertussen gelukkig ook weer langzaam en de waas verdween in de loop van de dag, gelukkig geen blijvende beschadigingen opgelopen. De vingers en tenen kwamen ook weer langzaam en zeer pijnlijk tot gevoel, al bleven enkele topjes verdoofd, deze zenuwen zullen weer langzaam aangroeien.
Nog 1 laatste nacht op de berg, weer terug op 3000 meter. Een biertje om het te vieren, eentje is ook voldoende om ons die nacht heerlijk te laten slapen, of zou het meer dan 12 uur achter elkaar lopen er ook iets mee te maken hebben gehad? We slapen maar liefst 10 uur achter elkaar, en worden wakker met de heerlijke gedachte: 'we hebben het gehaald!'.
Dorpelingen aan de voet van de berg vragen ons wanneer we weer terugkomen om het nog eens te doen en zijn nog verbaasd ook over mijn 'nooit meer! Het was mooi, het was onvergetelijk, maar deze berg loop ik zeker weten nooit meer op!'...
Deze zomer ga ik namelijk heerlijk een week wandelen in de onschuldige 'heuveltjes' in de Franse Alpen, gewoon genieten, zonder zo af te zien als we nu gedaan hebben. Maar ach, onszelf kennende gaat het daarna al snel weer kriebelen en zullen we wel gaan kiezen tussen de Elbrus en de Aconcagua als volgende uitdaging...