zondag 16 oktober 2011

Monte Perdido – gewonnen van de verloren berg

We hebben al op de nodige pieken gestaan in ons leven, denk naast diverse drieduizenders aan de Weißmies (4023m), Mount Kinabalu (4095m), hoogtepassen als Punta Union (4750m) en Thorung La (5416m) en natuurlijk de Kilimanjaro, met 5892 meter het hoogste punt van Afrika én waar we ooit geweest zijn.

Je zou kunnen denken, dat met zulke overwinningen in het achterhoofd Sobrarbe door ons bijna als laagland gezien zal worden; de hoogste piek van Sobrarbe torent ver boven de rest uit en is 3355 meter.


Op de top van de Kilimanjaro
Niets is minder waar. Deels door bevroren ogen en vingers (maar gelukkig niets blijvends) op de Kilimanjaro, is ons ontzag voor de bergen behoorlijk gegroeid. Daarnaast zijn de bergen in de Spaanse Pyreneeën onherbergzaam (what’s in a word?). Het asfalt is vaak in prima staat, als het er is. Maar als het er niet is zijn de pieken vaak ver, ook omdat er bijvoorbeeld compleet geen liftjes en dergelijke zijn. Als laatste laat de bewegwijzering, maar ook de kaarten te wensen over. Men zegt wel eens dat de kaarten gemaakt zijn in de tijd van Franco, teneinde de vijand te misleiden.

Op de top van Castillo Mayor, met de buren
Enfin, we besloten te gaan trainen voor die hoogste piek van Sobrarbe (en de derde van de Pyreneeën), de Monte Perdido. Zo hebben we een prachtige route gelopen naar de top van Castillo Mayor, een klif waar de gieren langs komen eh... gieren.  Verder nog eens naar de piek "Tozal d’Asba" gelopen, en we vonden dat we er klaar voor waren.

Een vale gier, of Buitre Leonado, vanaf Castillo Mayor
Dus reserveerden we een nachtje in de hut en konden we op stap. Het was een mooie autorit naar Ordesa, het dal waar onze tocht startte. En wel direct flink met een klim van 600 meter via la Senda de los Cazaderos (het jagerspad) naar een uitzichtpunt, dat wel doet denken aan aan de Prejkestøle in Noorwegen.

De Ordesa vallei vanaf het uitzichtpunt
Daarna bleef het pad op dezelfde hoogte over de Faja de Pelay, terwijl het dal naast ons langzaam omhoog kwam. Aan het eind van het dal nog even een klim van 400 meter naar de Refugio de Goriz, waar we overnachtten. Het was een uur of vijf, en we hadden wel een biertje verdiend. En nog één...


Tijdens het diner nog een wijntje, en zo kwam het, dat we helemaal vergaten het eten voor de volgende dag te regelen. Niet dat we het niet besteld hadden, maar de keuken gaat om 7 uur open, en wij wilden om half 7 onderweg, dus zouden we ’s avonds een picknickpakket meenemen om als ontbijt onderweg te kunnen gebruiken.


We hoopten de volgende morgen dat het personeel nuchterder was dan wij en de pakketten voor ons klaargezet had, maar nee. In wachten hadden we geen zin, dus besloten we dat het pastadiner van de vorige avond goed genoeg was voor de klim. Maar die klim was er één van 1100 meter, voor velen op zich al een dagtocht...



Na een uurtje meldden de eerste tekenen van honger zich. Maar we waren nog lang niet boven. Langs passages van enorme rotsblokken, klimmetjes door spleten (ik dacht dat dit een wandelberg was?) en stukken met kettingen, kwamen we na 2,5 uur bij het meertje op 3000 meter op de col tussen Monte Perdido en Cilindro de Marboré.


Daar begon de honger af te nemen als gevoel in de maag, maar toe te nemen als gevoel van slapte in de benen, maar we hadden dan ook al ruim 800 meter geklommen. Nu kwam het gevreesde kanaal tot bijna bij de top, dat een grote steile puinbak is, waardoor je (zoals in Schoorl – alleen is deze tien keer zo hoog) nogal eens de halve stap terug zakt. Erg vermoeiend, maar met verstand op nul ben je er ook weer zo.

De rechter is de top, het puinkanaal net links naast de graat, boven de sneeuw
En dan het uitzicht op de top, dat alles goedmaakt. Ver onder ons de piekjes waar we al eens op gestaan hadden, enfin foto’s zeggen meer... (het was intussen 10 uur ’s ochtends)

Op de top, hieronder wat uitzichten



We hadden eigenlijk niet zo’n zin om weer af te dalen, want het idee van die steile puinbak stond ons een beetje tegen. Maar als je eenmaal gaat, dan went het ook wel weer en al weer behoorlijk snel stonden we onderaan de gevreesde helling. Maar we waren er nog niet. Dus het hele stuk terug naar de Refugio, en met goede zin, want ze hadden ons verteld dat ze er onder de middag eieren bakken. Als je al een uur of vijf loopt zonder wat gegeten te hebben klinkt dat als behoorlijke haute cuisine.

Eenmaal bij de hut merkten we ineens hoe vermoeid we al waren. We waren allebei nogal shaky. Maar na het halve (alsnog ontvangen) picknickpakket, de gebakken eieren en een Aquarius, voelden we ons weer wat beter om de laatste 1000 meter naar de auto af te dalen.


Dat deden we uiteindelijk in drie uurtjes, het laatste stuk door een prachtig herfstbos. Half vijf waren we bij de auto, dus we waren een uur of tien onderweg geweest, met hooguit een uur pauze. We hebben we dus een uur of negen gelopen (als je dat zo kunt noemen).

Deze tocht kan geboekt worden bij www.topofthepyrenees.com

 

zaterdag 30 april 2011

Het verzonken dorp

Omdat het stuwmeer ontzettend laag stond, besloten we eens een excursie te maken naar het onteigende en ondergelopen dorp Mediano, dat nu droog stond. Wat normaal alleen nog van het dorp te zien is, is de laatste meter(s) van de kerktoren, die als triest gedenkteken van hoe het was boven het water uit steekt. Nu echter konden we tot de basis van de kerk lopen en ons even in het oude Mediano wanen.


Mediano is in de tijd van Franco onteigend omwille van de bouw van de stuw, toegegeven, het stuwmeer is prachtig, maar het idee zonder scrupules onteigend te worden is wel heel cru, ook al gebeuren dat soort zaken ook tegenwoordig nog overal ter wereld.

Op de berg achter de kerk zie je goed tot hoe hoog het waterpeil kan komen

Het is tamelijk bizar op de bodem te lopen van wat normaal een meer is. Bijzonder ook hoe alles bijna onaangetast is. Alle oude paden zijn er nog gewoon, er liggen bruggen over wat vroeger een kanaal was en er staan zelfs nog vrij veel bomen, dood intussen, dat dan weer wel.


Het dorp zelf is intussen wel een hoop stenen geworden, om verdere roof te voorkomen. De onteigende eigenaren konden niet aanzien hoe stukje bij beetje het dorp bij droogval leeggeroofd werd (dakbedekking, lateien etc.) en hebben besloten met enkele bulldozers het dorp tot een stapel stenen te reduceren.

Het dorp ligt op de landtong net boven de boom midden op de foto.

De hele excursie deed ons denken aan een bezoek aan een oude Romeinse of Egyptische stad, alleen dan uit een veel recenter verleden. We zijn gisteren nog even omhoog gelopen naar het Castillo (een wandeling met een prachtig uitzicht, direct vanuit Casa Abadia), om te zien hoe het meer er bij laagtij van bovenaf uitziet.

Onderweg zagen we een lammergier in actie. Hij cirkelde en liet iets vallen en dook er direct achteraan. Direct wisten we wat hij deed, want de avond ervoor hadden we dat op de BBC gezien. Een lammergier eet botten maar laat ze eerst vallen om ze kleiner te maken, ongeveer zoals in deze video: http://www.youtube.com/watch?v=zxj9YO4Qtx0

Geweldige wildlife ervaring, ook wel eens zoiets zien? Kijk op www.topofthepyrenees.com

maandag 21 februari 2011

Luid de lente in met een prachtig weekend

(was wel weer eens tijd voor een blog. Excuses voor de lange onderbreking...)

Spanje is noodlijdend, en zo ook de bevolking. Wij verbazen ons over de tegenstelling met de crisis in Nederland, waar men het er vaak en veel over heeft, en waar ook gerust klappen vallen, maar waar niet zoals hier een echt grote groep erdoor tegen de armoedegrens wordt gedreven. Waar in Nederland de bevolking met de hand op de knip betere tijden afwacht blijft men hier het leven vieren, zo het lijkt tot de laatste cent. Geen waardeoordeel, wel een bijzondere observatie.

Omdat de truffel meer aandacht verdient volgens het micologisch genootschap hier, was er afgelopen zaterdag op het plein van Ainsa een tapasconcours tussen de local restaurants uitgezet. De restaurants hadden vooraf een gerechtje met truffel uitgewerkt, en met een kaartje van 2,50 kon je twee tapas en een glas wijn scoren. Het stond je vrij zoveel kaartjes te kopen als je wilde, en zo stond toch weer heel Sobrarbe lekker te eten en te drinken voor een paar euro.

Zaterdagavond was het dan eindelijk tijd voor het eerste volledige concert van Los Vicentes. ’s Middags hebben we de apparatuur neergezet en gesoundcheckt. Klonk in het restaurant net als in de keuken thuis, perfect. Om een uur of half twaalf was men uitgegeten en was het tijd voor het concert.

Het publiek zat muisstil te luisteren tijdens de set. Tussendoor vielen de gebruikelijke Sick & Nimon opmerkingen die in spanje nog een stuk nieuwer waren. Een leuke mix tussen humor en serieuze luisterliedjes. Een prachtige set, met veel complimenten achteraf, en gelijk een boeking voor het voorjaar, en dat is al snel. Volgende week in Graus. Ben benieuwd.

Zondag was het tijd voor het calcots uitje met Marie Rose en Tim (en een groep spanjaarden). Uitje is een leuke dubbele term want een calcot is een ui, die als een prei gegroeid is, door hem in de aarde te houden. Dus wordt hij langwerpig, op zoek naar het licht. De bereiding is zowel simpel, bijzonder, barbaars als bijzonder lekker.

Maar eerst over de locatie. Na het rendez-vous op het benzinestation reden we met onze engelse vrienden en Guiseppe en Jota (een stel catalaanse restaurateurs die in Abizanda een prestigieus project aan het verwezenlijken zijn) richting een ermita (kapelletje) boven Laspuña. Onderweg zagen we iets ter grote van een hond naar de berm wegspringen. Toen we er vlak langs reden zag ik boven de wildkleur huid de zwart witte kop van een das. Heel bijzonder, nog nooit in het wild gezien.

Bij de kapel aangekomen werd snel duidelijk dat deze vaak door locals als picknickspot wordt gebruikt. En logisch want met weer als deze zondag en met deze uitzichten bij een middeleeuws kapelletje picknicken is tamelijk geweldig. Er is een bron voor vers water, en er is een barbeque gebouwd om het vlees en dergelijke te roosteren. Want er moet vaak en veel gebarbequed worden in Spanje.


Enfin, de calcots. Als het vuur heet genoeg is (gewoon van takken he, kolen, daar doen we niet aan) plaats je een rooster vol uien erbovenop en die laat je zwart blakeren. Dan keer je ze om om er zeker van te zijn dat de andere kant ook verbrand en dan komt het eten ervan. (met uiteraard een nieuwe lading op het vuur. Voor de ideevorming: we hadden 250 uien mee voor 10 volwassenen en 7 kinderen.

Je stroopt dan van boven naar beneden de zwarte buitenste bladeren eraf, zodat alleen het blanke gekookte binnenste overblijft. En dat doop je in de romescu saus en eet je als een haring. Simpel maar briljant.

Romescu is een saus, o.a. bestaande uit tomaat, gedroogde paprika en amandelen. Errug lekker erbij. Ook bij de onvermijdelijke longanizas die erna op het vuur moesten.


In het begin probeer je nog een beetje schoon te blijven, maar na twee preien en een stukje worst zijn je handen zwart van het roet en zorgt het vet ervoor dat dat goed blijft zitten. Ach, een kleine prijs voor zulk ouderwetsch vertier.

Voor wie het in nl ook eens op de bbq wil proberen, waarschijnlijk lukt het met dunne preitjes.


Tussendoor kwam een lammergier op zo’n kleine afstand een showtje geven, dat iedereen zonder kijker duidelijk het verschil zag met de vale gieren, die de hele dag al een kijkje kwamen nemen. Een lammergier heet hier Quebrantahuesos, hetgeen min of meer bottenbreker betekent. Deze gier bezoekt de kadavers na de vale gier, als er alleen nog botten over zijn, deze breekt hij om het merg er uit te halen. Dit maakt hem veel zeldzamer omdat hij een veel groter gebied nodig heeft om te overleven.


We zijn hier zo verwend, ik was bijna verbaasd dat ik Tim met zijn kijker een rode wouw zag volgen. Die zijn hier zo gewoon als mussen in nl, maar zo spectaculair in hun vliegkunnen.

De kinderen waren de hele middag zoet samen aan het spelen, terwijl wij zoetjes aan rozig werden van de begeleidende cava en rode wijn. Allebei geweldig om te zien en mee te maken.


Op de terugweg op het stille weggetje nog even een hertje gespot om het af te maken. Prachtig. Dat er maar veel van deze weekendjes mogen volgen.