maandag 21 februari 2011

Luid de lente in met een prachtig weekend

(was wel weer eens tijd voor een blog. Excuses voor de lange onderbreking...)

Spanje is noodlijdend, en zo ook de bevolking. Wij verbazen ons over de tegenstelling met de crisis in Nederland, waar men het er vaak en veel over heeft, en waar ook gerust klappen vallen, maar waar niet zoals hier een echt grote groep erdoor tegen de armoedegrens wordt gedreven. Waar in Nederland de bevolking met de hand op de knip betere tijden afwacht blijft men hier het leven vieren, zo het lijkt tot de laatste cent. Geen waardeoordeel, wel een bijzondere observatie.

Omdat de truffel meer aandacht verdient volgens het micologisch genootschap hier, was er afgelopen zaterdag op het plein van Ainsa een tapasconcours tussen de local restaurants uitgezet. De restaurants hadden vooraf een gerechtje met truffel uitgewerkt, en met een kaartje van 2,50 kon je twee tapas en een glas wijn scoren. Het stond je vrij zoveel kaartjes te kopen als je wilde, en zo stond toch weer heel Sobrarbe lekker te eten en te drinken voor een paar euro.

Zaterdagavond was het dan eindelijk tijd voor het eerste volledige concert van Los Vicentes. ’s Middags hebben we de apparatuur neergezet en gesoundcheckt. Klonk in het restaurant net als in de keuken thuis, perfect. Om een uur of half twaalf was men uitgegeten en was het tijd voor het concert.

Het publiek zat muisstil te luisteren tijdens de set. Tussendoor vielen de gebruikelijke Sick & Nimon opmerkingen die in spanje nog een stuk nieuwer waren. Een leuke mix tussen humor en serieuze luisterliedjes. Een prachtige set, met veel complimenten achteraf, en gelijk een boeking voor het voorjaar, en dat is al snel. Volgende week in Graus. Ben benieuwd.

Zondag was het tijd voor het calcots uitje met Marie Rose en Tim (en een groep spanjaarden). Uitje is een leuke dubbele term want een calcot is een ui, die als een prei gegroeid is, door hem in de aarde te houden. Dus wordt hij langwerpig, op zoek naar het licht. De bereiding is zowel simpel, bijzonder, barbaars als bijzonder lekker.

Maar eerst over de locatie. Na het rendez-vous op het benzinestation reden we met onze engelse vrienden en Guiseppe en Jota (een stel catalaanse restaurateurs die in Abizanda een prestigieus project aan het verwezenlijken zijn) richting een ermita (kapelletje) boven Laspuña. Onderweg zagen we iets ter grote van een hond naar de berm wegspringen. Toen we er vlak langs reden zag ik boven de wildkleur huid de zwart witte kop van een das. Heel bijzonder, nog nooit in het wild gezien.

Bij de kapel aangekomen werd snel duidelijk dat deze vaak door locals als picknickspot wordt gebruikt. En logisch want met weer als deze zondag en met deze uitzichten bij een middeleeuws kapelletje picknicken is tamelijk geweldig. Er is een bron voor vers water, en er is een barbeque gebouwd om het vlees en dergelijke te roosteren. Want er moet vaak en veel gebarbequed worden in Spanje.


Enfin, de calcots. Als het vuur heet genoeg is (gewoon van takken he, kolen, daar doen we niet aan) plaats je een rooster vol uien erbovenop en die laat je zwart blakeren. Dan keer je ze om om er zeker van te zijn dat de andere kant ook verbrand en dan komt het eten ervan. (met uiteraard een nieuwe lading op het vuur. Voor de ideevorming: we hadden 250 uien mee voor 10 volwassenen en 7 kinderen.

Je stroopt dan van boven naar beneden de zwarte buitenste bladeren eraf, zodat alleen het blanke gekookte binnenste overblijft. En dat doop je in de romescu saus en eet je als een haring. Simpel maar briljant.

Romescu is een saus, o.a. bestaande uit tomaat, gedroogde paprika en amandelen. Errug lekker erbij. Ook bij de onvermijdelijke longanizas die erna op het vuur moesten.


In het begin probeer je nog een beetje schoon te blijven, maar na twee preien en een stukje worst zijn je handen zwart van het roet en zorgt het vet ervoor dat dat goed blijft zitten. Ach, een kleine prijs voor zulk ouderwetsch vertier.

Voor wie het in nl ook eens op de bbq wil proberen, waarschijnlijk lukt het met dunne preitjes.


Tussendoor kwam een lammergier op zo’n kleine afstand een showtje geven, dat iedereen zonder kijker duidelijk het verschil zag met de vale gieren, die de hele dag al een kijkje kwamen nemen. Een lammergier heet hier Quebrantahuesos, hetgeen min of meer bottenbreker betekent. Deze gier bezoekt de kadavers na de vale gier, als er alleen nog botten over zijn, deze breekt hij om het merg er uit te halen. Dit maakt hem veel zeldzamer omdat hij een veel groter gebied nodig heeft om te overleven.


We zijn hier zo verwend, ik was bijna verbaasd dat ik Tim met zijn kijker een rode wouw zag volgen. Die zijn hier zo gewoon als mussen in nl, maar zo spectaculair in hun vliegkunnen.

De kinderen waren de hele middag zoet samen aan het spelen, terwijl wij zoetjes aan rozig werden van de begeleidende cava en rode wijn. Allebei geweldig om te zien en mee te maken.


Op de terugweg op het stille weggetje nog even een hertje gespot om het af te maken. Prachtig. Dat er maar veel van deze weekendjes mogen volgen.