zondag 17 oktober 2010

De beklimming van de Kilimanjaro, mei 2007

Moest van de week ineens denken aan de Kilimanjaro (Jandini maakte een opmerking over het bereiken van hoogtepunten), en bedacht dat Marja daar eens een leuk stuk over geschreven had:

We schrijven mei 2007:
Het is dat we weten dat de berg er is en hoe hij eruit ziet, want vooralsnog is hij continue in de wolken verscholen gebleven. Dat maakt het wel apart hoor, dat je je doel niet kunt zien.

De start van onze beklimming verliep niet geheel volgens plan, het eerste uur na het afgesproken tijdstip maakten we ons nog geen zorgen. We zijn gewend aan de flexibele manier van klokkijken (denken we). Maar uren later,en na veel stampij van onze kant, lukt het ons om met onze gids en 4 dragers bij het beginpunt van onze 6-daagse tocht aan te komen.

We hadden die dag immers nog 1300 hoogtemeters om te overbruggen. Bovendien wisten we dat het niet steil zou zijn, zodat dat ons zeker 4 uur zou kosten.

En dan denk je uitstappen en op pad! Maar nee, welkom in Afrika. Behalve de bureaucratie waar je mee te maken hebt, is efficient werken hier bepaald niet uitgevonden. Er was geen sprake van dat wij alvast met de gids op pad konden, want als onze dragers niet aangestuurd worden dan gebeurt er gewoon niets. Als ze wel aangestuurd worden dan is 1 persoon iets aan het doen, terwijl de 3 anderen, de gids en wij daarnaar staan te kijken. Niet echt handig als je voor donker bij het eerste kamp wil zijn. Gelukkig waren we sterk en liepen we gemakkelijk naar boven. Toch probeerden we zo 'polle, polle' mogelijk te doen, langzaam stijgen is m'n belangrijkste motto deze week.



Vergeleken bij onze laatste tocht in het Atlasgebergte afgelopen winter, viel het erg mee met de temperatuur 's avonds en 's nachts, ondanks het feit dat we al op 3000 meter zaten. Dat is het voordeel van een berg op de evenaar. Ondanks het gebrek aan comfort (een dun en vrij hard slaapmatje waar onze westerse lijven nooit aan zullen wennen) hebben we allebei goed geslapen. Natuurlijk kun je je niet omdraaien zonder wakker te worden, maar daarna vielen we tenminste wel weer iedere keer in slaap. 's Nachts klaarde het helemaal op en dat leverde een prachtige sterrenhemel op.


Vanmorgen dan eindelijk de top van de berg gezien. Wat is zonsopgang toch een heerlijk moment van de dag! Heerlijk buiten voor het tentje ontbeten, we zijn fit en sterk en de 1000 meter stijgen vandaag leveren geen problemen op. Liepen we gisteren nog door het prachtige met mos begroeide regenwoud, vandaag komen we duidelijk hoger. De meest bijzondere bomen, planten en bloemetjes komen we tegen. Zo ongeveer vlak voor onze voeten, dus zelfs als ik vergeet om me heen te kijken, zie ik alles...

Ons leven op de berg is eenvoudig, 6 dagen lang denken we voornamenlijk aan eten, lopen en slapen. Het weer speelt een belangrijke rol, de tweede dag bijvoorbeeld, begon het aan het begin van de middag te regenen. Tijdens het lopen geen probleem, daar kun je je prima tegen kleden. Maar je zorgt ervoor dat je zo snel mogelijk je einddoel van de dag wilt halen om weer droog en warm te worden. Uitzicht is er niet, want je loopt in de regenwolken. Vanaf half twee zitten we in ons twee persoons Lafuma tentje (werk en vakantie zijn bij mij altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden...) en dan wordt het een lange middag en avond! We kaarten, lezen en praten, en worden prima verzorgd met nootjes, versgepofte popcorn, thee, koffie en warme chocomel en 's avonds een heerlijk diner. Onze 'kok' verricht wonderen op zijn enkele brander. Iedere dag weer afwisselende gerechten; vanavond vonden we het een verstandige zet van de kok om voor aardappelen en verse groentes te kiezen, iedere aardappel die opgegeten wordt hoef je in ieder geval niet verder de berg op te sjouwen! Als ik hun was zou ik ook niet lang meer wachten met de kool...

Het plan voor de derde dag is wederom 1000 meter stijgen, maar ook weer 800 meter af te dalen als 'acclimatisatie-wandelingetje'. We hebben bewust gekozen voor deze route om ons lichaam de kans te geven aan de hoogte te wennen. 5895 meter is te hoog om op een andere manier verantwoord boven te komen. Het lage percentage geslaagde toppogingen is dan ook voornamenlijk te wijten aan het feit dat mensen er te kort tijd voor uittrekken.

Eenmaal boven de 4300 meter werd het zwaar, m'n ademhaling was te oppervlakkig en mijn tempo te hoog. Ik zat daardoor tegen hyperventilatie aan, mijn bekende zwakke plek, zowel mentaal als fysiek. Gelukkig was een half uurtje bewust ademhalen zittend op een steen voldoende om te herstellen en konden we heel rustig aan verder. Na de lunch daalden we af in een ander dal naar onze overnachtingsplaats. De jongens hadden de tenten al opgezet, maar omdat het weer mistig werd, moesten we goed opletten om niet langs hen heen te ver af te dalen.

Al met al 6 uur gelopen, een zware tocht en we liggen dan ook met een lichte hoofdpijn uit te rusten in het tentje. Hopen dat we voldoende herstellen door op deze lagere hoogte te overnachten om morgen weer te kunnen stijgen naar het hoogste kamp, waar vanuit we de toppoging gaan ondernemen.

Vandaag even goed gevoeld dat er niets vanzelfsprekends aan is om op deze hoogte een dergelijke prestatie te gaan leveren, nu eerst uitrusten, eten, drinken en herstellen.


Zo, kamp 4 hebben we in ieder geval gehaald. Het eerste uur vanmorgen was meer rotsklimmen dan wandelen. Dan is het voor mij onmogelijk om m'n hartslag onder controle te houden. Voetje voor voetje probeer ik verder te gaan, ook mentaal heb ik het zwaar, we dalen tot 3 keer toe alle met moeite geklommen hoogtemeters weer af, zodat we met bijna 1000 hoogtemeters in de benen lunchen op dezelfde hoogte als waar we 's morgens startten... Gelukkig was het laatste stuk niet steil en konden we voetje voor voetje verder naar boven. We bereikten kamp 4 uiteindelijk om 3 uur 's middags, slechts 1 uur later dan gepland. Er staat dan al een stevig windje, maar we hebben een prachtig uitzicht rondom: aan de ene kant de witte sneeuwtop van de berg, aan de andere kant een vliegtuigperspectief op een prachtig wolkendek.


Zal het ons gaan lukken om de top te halen? Het is nog 1300 meter stijgen vanuit kamp 4 en we zullen vannacht om 12 uur vertrekken voor onze toppoging...

's Middags vanaf een uur of 3 was het de bedoeling dat we gingen rusten/slapen om fit te zijn voor de toppoging. Er stond echter zo'n storm dat het geklapper van de tent al snel oorverdovend werd, bovendien werd de tent tijdens windvlagen tot op onze benen naar binnengedrukt door de wind. Het plan was als volgt: om 11 uur 's avonds opstaan en alle laagjes kleding die we bij ons hadden over elkaar aantrekken. Om half twaalf thee en koekjes om voldoende vocht binnen te krijgen, en om 12 uur 's nachts met hoofdlampjes op lopen.Als alles goed ging zouden we om ongeveer 6 uur 's morgens op Stella's Point de zonsopgang zien en vandaar was het nog 150 meter stijgen naar de echte top; Uhuru's Peak op 5895 meter.

Onze wens en hoop dat de wind zou zijn gaan liggen was vergeefs. Het stormde flink, maar om 12 uur op 46oo meter hoogte ging het nog wel met de temperatuur.

Het begon al snel met een stukje rotsklimmen, waarbij al wat onzekerheid ontstond over de route, die in het donker lastig te onderscheiden was. We bleken iets van de route te zijn afgeweken en de gids besloot om 'gewoon' op gevoel de juiste richting te nemen. Wij vertrouwcden hem en volgden hem ondanks de steile route met een lastiger ondergrond, ik voelde me gelukkig fit, sterk en vastberaden om zo ver mogelijk te komen.

De omstandigheden werden bar, de arctische orkaan wilde niets liever dan ons van de berg afblazen, en we moesten ons af en toe naar voren in de wind gooien om niet achterover te worden geblazen. De schuine hellingen die we zigzaggend overstaken waren verraderlijk, zo in het donker kon je niet zien hoe ver je zou vallen als je weggleed, en dat was maar goed ook, want als ik bang was geworden dan gaat het juist mis.

Pauzeren was eigenlijk onmogelijk, zodra je stil zat koelde de wind je teveel af, dat was gevaarlijk. We liepen nu steil omhoog door zacht lavagruis dat aanvoelde als zand, iedere pas zakte je ook weer een stukje achteruit, loodzwaar dus. Vanaf ongeveer 5000 meter hoogte kreeg ik last van een waas over m'n rechteroog. Het deed geen pijn, en mijn vastberaden gefocuste geest had besloten dat ik met 1 oog ook door kon naar de top... Na uren voortploeteren tegen de ijskoude storm in (wimpers, snor en baard waren met ijs bedekt) wisten we Stella's point te bereiken. Het was nog donker, door onze route die steiler maar ook een stuk korter was waren we te vroeg voor de zonsopgang. Het was veel te koud om te gaan zitten wachten, dan zouden onze vingers en tenen zeker bevriezen. Eerst door naar de summit dus. Maar door alle sneeuwval van de laatste tijd was dat laatste stuk van maar 150 hoogtemeters verraderlijk zwaar. We zakten af en toe diep in de sneeuw weg, en we moesten ons schrap zetten en in de wind hangen om niet omver geblazen te worden. Ik was leeg, op, niet in staat om meer dan 10 passen achter elkaa te lopen om daarna weer minuten uit te staan hijgen. Het ging niet meer, ik kon niet meer verder, maar ik zag het bord van de summit al voor me! Ik riep nog een keer 'g*dverd*mme, we gaan het halen!' om mezelf op te peppen en bijna strompelend bereikten we het bord 'Uhuru Peak, 5895 meter'. Ik stond er uitgeput tegenaan geleund terwij Vinz de elementen trotseerde en zijn handschoenen uitdeed om foto's te maken.


Het uitzicht was magnifiek, het licht was prachtig, we stonden er, we hadden het gehaald, maar dat besefte ik pas echt toen we allang op weg naar beneden waren... Gelukkig hadden we naar beneden het normale paadje, wat een stuk minder steil en gevaarlijk was.

Maar we waren er nog niet; we moesten vandaag nog bijna 3000 meter afdalen! Gelukkig wel even ontbijt en twee uurtjes slaap in kamp 4, waar we werden opgewacht en gefeliciteerd door ons team van dragers. M'n oog ontdooide ondertussen gelukkig ook weer langzaam en de waas verdween in de loop van de dag, gelukkig geen blijvende beschadigingen opgelopen. De vingers en tenen kwamen ook weer langzaam en zeer pijnlijk tot gevoel, al bleven enkele topjes verdoofd, deze zenuwen zullen weer langzaam aangroeien.

Nog 1 laatste nacht op de berg, weer terug op 3000 meter. Een biertje om het te vieren, eentje is ook voldoende om ons die nacht heerlijk te laten slapen, of zou het meer dan 12 uur achter elkaar lopen er ook iets mee te maken hebben gehad? We slapen maar liefst 10 uur achter elkaar, en worden wakker met de heerlijke gedachte: 'we hebben het gehaald!'.

Dorpelingen aan de voet van de berg vragen ons wanneer we weer terugkomen om het nog eens te doen en zijn nog verbaasd ook over mijn 'nooit meer! Het was mooi, het was onvergetelijk, maar deze berg loop ik zeker weten nooit meer op!'...

Deze zomer ga ik namelijk heerlijk een week wandelen in de onschuldige 'heuveltjes' in de Franse Alpen, gewoon genieten, zonder zo af te zien als we nu gedaan hebben. Maar ach, onszelf kennende gaat het daarna al snel weer kriebelen en zullen we wel gaan kiezen tussen de Elbrus en de Aconcagua als volgende uitdaging...

zondag 10 oktober 2010

Estuve en la Peña Montañesa

We waren in juni al eens tot de col tussen de twee pieken geweest, maar moesten terug omdat het weer omsloeg. Deze week heb ik alsnog op de top van de Peña Montañesa gestaan.


Het is een markante alleenstaande rots van bijna 2300m hoog, die voor de hele omgeving een eikpunt lijkt. Mijn buren die hier al jaren wonen hadden er nog nooit opgestaan, maar wilden het wel eens proberen.

Zodoende ging ik afgelopen dinsdag met buurmannen Jose en Jose (lekker verwarrend: hier heet iedereen Jose, en zodoende wordt de tweede naam er vaak bijgezegd, maar je raadt het al...) vroeg op stap naar San Victorian, het oude klooster van waar de lange route begint.

Onderweg kronkelde de weg flink en Jose de schaapsherder verzocht op een gegeven moment toch de auto te stoppen, om de wagenziekte middels een verlossende handeling te verlichten. Een goed begin.



Bij het startpunt aangekomen kon je al zien hoe je de van afstand onneembare rots toch redelijk eenvoudig op kon. Strak tien uur begonnen we te lopen, de heren liepen al gelijk het verkeerde pad in. Een goed begin.


Al redelijk snel liepen we bovenop de muur, en kregen we het eerste beeld van de piek te zien, die ineens helemaal niet meer zo onneembaar leek.




Geweldige vergezichten, die we tussen de wolken door te zien kregen.


Het pad was goed te doen, maar liep echt vlak boven de verticale muur. Jose (die geen schaapsherder is) had het vanwege zijn ongeoefendheid en zittende beroep wel zwaar. Het was dan ook een klim van 1200 meter. Voor wie dat niet zoveel zegt: dat is ongeveer 40 keer de klimduin van Schoorl op.


Volgens de kaart moesten we ruim onder de col door tot onder de piek lopen, en dan over de graat naar de top. Alleen kwamen wij door het pad gewoon te volgen gek genoeg gewoon op de col uit, hetgeen ons een mooi beeld in een compleet andere vallei gaf. Nadeel was wel, dat we daarna zo'n 150 a 200 meter (dus zeg een 5 a 6 klimduinen) op handen en voeten door puin omhoog moesten. Maar ja, these ain't the alps. Je hebt hier twee soorten kaarten: de slechte, en de waardeloze. 


Eenmaal op de top hebben we natuurlijk het nodige bewijsmateriaal geschoten. 


Terug zouden we alsnog de bedachte route volgen, maar een stukje verder als waar onze sympathieke schaapsherder nu loopt werd het wat steiler en zag hij voor, links en rechts van hem een afgrond. Dat werd hem wat te veel, met een hand voor zijn ogen probeerde hij nog twee stappen, maar we moesten terug, en zo stonden we die dag twee keer op de top.


Toegegeven: zo'n gat van 1500 meter is best diep.


Vanaf de top had je ook een prachtig uitzicht op Monte Perdido. Je kon goed zien hoe hij als enige boven de wolken uitstak met zijn 3550 meter. Die een andere keer maar doen. Op de voorgrond Castillo Mayor, die ik morgen met Marja opga. Andere mensen brengen hun kinderen naar het kinderdagverblijf omdat ze willen werken...

6,5 uur na vertrek stonden we weer bij de auto, tijd voor een pilsje, en plannen maken voor een volgende top. Cotiella?...

Ook naar Peña Montañesa? Kijk op www.topofthepyrenees.com

zaterdag 2 oktober 2010

Luilekkerland

De oplettende lezer had waarschijnlijk al opgemerkt, dat het gebied waar we wonen niet gespeend is van direct vanuit de natuur te nuttigen voedsel. Zo schreven we bijvoorbeeld al over de rozemarijn en tijm bossen achter het huis, en de kersen en pruimen, die we in juni in overvloed hadden. Dit lijkt echter het hele jaar een beetje door te gaan.

Eind augustus waren bijvoorbeeld de eerste bramen rijp, en heel september hebben we ons daar een beetje scheel aan gegeten. Echt schandalig als je bedenkt wat een onsje in NL kost. Die dingen zijn hier echt geweldig zoet, onvergelijkbaar met die zure die je in nederland een sporadische keer in een verder leeggeroofd bosje vindt. Er zijn er nog steeds, maar het loopt nu wel een beetje op zijn eind. Er zijn zoveel vijgen dat we die dingen niet meer kunnen zien. Morgen zal ik nog wat jam maken en kijken of je deze soort ook kunt drogen, en dan zijn we daar klaar mee. Geeft niets, want het wordt najaar, dus de appeltjes kunnen geplukt, en begin oktober onstaat hier een ware goudkoorts als het gaat om paddestoelen zoeken.


Wij hadden natuurlijk compleet geen ervaring (het enige dat we gelezen hadden, was dat van de 38000 soorten er maar 100 eetbaar zijn, en 20 fataal. Het kwam als russiche roulette over..), maar wilden wel de toeristen voor zijn. Dus wij het bos in en van alle soorten paddestoel die we zagen er eentje geplukt. Terug in het dorp zei onze overbuurman, die toevallig ook net geplukt had dat we er eentje hadden geplukt die goed was. Het was een heel opvallende oranje paddestoel, zonder dodelijke broertjes die er bijna hetzelfde uitzien, dus wij konden op pad. Maar niet voordat we bij de buurman met een wijntje de paddestoelen geproefd hadden. Geweldig spul, ff bakken in olijfolie met knoflook (tja, we zijn in Spanje), beetje meer olijfolie (tja, we zijn in Spanje), peper en zout, en smullen maar. Geweldig!


Dus 's avonds direct zelf maar een receptje uitgeprobeerd met andere ingredienten die ook niet slechter worden van knoflook, zoals daar zijn een tostada en acelga, een soort plaatselijke grove spinazie. Heeft ook wel iets van paksoi. Het was zo lekker dat de foto slechts wazig van een reeds aangevallen dis gemaakt kon worden...


Vanmorgen gingen we vroeg op pad, want het was zaterdag, dus we moesten de toeristen voor zijn. In een half uurtje - met gevaar voor eigen leven, want met de herfst komt ook het jachtseizoen en de verhalen van kogels die vlak langs mensen schampten kwamen weer omhoog toen we niet ver schoten hoorden - vonden we 5 flinke paddestoelen. Dat was genoeg voor een maaltje, en Nick was ermee aan, dus gingen we weer. Moest ook, want we hadden vandaag nog een ander agendapunt.


We hadden namelijk tijdens het buurtfeest in juli bedongen, dat we mochten helpen bij het wijnmaken. De buurman schonk daar namelijk een rose, die qua smaak wel weg had van sherry, en ik was benieuwd naar het achterliggende proces. Want we weten natuurlijk allemaal, dat een rose in principe een rode wijn is, maar dan gefermenteerd zonder de schillen. Maar pas in de praktijk snap je pas echt waar de verschillen in smaak en kleur door ontstaan. Vandaag was het zover.


De mannen waren me al wat aan het pesten, dat ik met mijn lengte de laagste druiven mocht plukken, maar toen ik aan buurman vroeg waar hij zijn druiven eigenlijk heeft staan, gaf hij toe ze te kopen. Hoewel enerzijds een desillusie, anderzijds ook wel weer prettig, want alleen al het maken van de wijn nam in principe de hele verdere dag in beslag, hoewel dat ook komt omdat Spanjaarden nogal graag en veel en lang eten.

Het consejo had 1100 kilo druiven gekocht, waar uiteindelijk een 800 liter wijn van geproduceerd wordt. De vino casero (huiswijn) die men hier maakt is altijd een rose, dus we gebruikten 1 procede voor de complete lading druiven. Cabernet Sauvignon waren het, zoals we allen weten in principe een lastige druif om zonder metgezel een goede wijn van te produceren.

Maar we zijn in Spanje, en de overvloedige zon hier had de druiven enorm zoet gekregen. En veel suiker leidt in principe tot een soepele wijn, en een hoog alcoholpercentage, omdat suiker tijdens het fermenteren omgezet wordt in alcohol - zo leert ons de gemeenplaats.



De eerste machine rukt de druiven van de tros, en plet ze. Vervolgens wordt dit pulp door een grote slang naar de pers gepompt. Hier wordt het sap gescheiden van het pulp, door met de hand middels verschillende technieken het pulp langs de duigen te persen. Als de pers vol zit met pulp en handmatig nauwelijks sap meer gewonnen wordt (we zijn dan inmiddels een liter of 400 verder) gaat de pers er op, en wordt daarmee nog zeker 100 liter gewonnen.

Na de pers wordt het sap professioneel met een vergiet gefilterd.

Vervolgens wordt het middels een pomp naar de vaten getransporteerd. Vroeger deed men dit in de ruimte boven de vaten, bij gebrek aan elektrische pompjes. Na drie maanden in de vaten is de wijn gereed.




Vervolgens werd de pers leeggehaald, en kon het laatste derde deel druiven verwerkt worden.

Toen dit gereed was, was het tijd voor een tweede persing, waarbij het pulp weer terug ging om te zorgen voor nog eens minstens 100 liter uitzonderlijk zoet sap, waar Nick ook erg mee in zijn nopjes was.

Ondertussen was het een uur of drie en dus etenstijd. Het idee dat iemand geen vlees of vis eet konden de dames maar slecht bevatten. Dus iedere vleessoort werd ook nog apart benoemd, want het kon natuurlijk zo zijn dat er iets over het hoofd gezien was.
De soep was gelukkig vegetarisch, wist de dame me te vertellen, ik nam een hap en proefde kippensoep. Nou is kip natuurlijk vlees noch vis, want gevogelte, maar ik verzekerde haar dat Marja deze soep niet ging eten. Zwaar teleurgesteld was ze, "Deze mensen eten niets. Vandaar dat ze zo mager zijn...", riep ze uit. Maar er bleek ruim voldoende te zijn: na de soep kwam een salade en voor iedereen een bordje vleeswaar, kaas, eitje etc. Daarna moest er echt gegeten worden en volgden in rap tempo een enorme pan rundvlees, nog een met konijn en eentje met lamsvlees elkaar op. Dat niemand nog ruimte had voor het lam (eigenlijk wel jammer) werd uiteraard dramatisch en breed uitgemeten benoemd. Als laatste vullertje (althans voor het hoofdgerecht) kwam er nog een enorme bakpan paddestoelen (idd, van hetzelfde soort) op tafel. Ook hier was nee zeggen geen optie, maar zo'n ramp was dat ook niet. Dan was het eindelijk tijd voor het toetje, hoewel ik eigenlijk de toetjes moet zeggen, want we kregen eerst allemaal een stuk watermeloen, vervolgens wilde ze eigenlijk dat we ook nog allemaal een stuk galia moesten nemen - maar niemand kon meer, en toen moest natuurlijk nog de flan (een traditionele eierpudding) gegeten worden. Tijdens mijn eerste hap werd de koffiebestelling al opgenomen, die uiteraard met chocoladekoekjes genuttigd diende te worden. Meer dan voldaan keerden we huiswaarts. Gelukkig slingerde de weg, want die huiswijn (van het jaar ervoor) was behoorlijk sterk.

En toch snapte ik opeens op de terugweg hoe sherry aan zijn smaak komt, en waarom deze roses naar sherry smaken, en de rose uit de wijnhuizen niet. Dit heeft alles met de vaten te maken. Wijnhuizen laten witte wijn en rose fermenteren in stalen vaten, en hier gebeurt dat op eiken, hetgeen extra smaak geeft, die je alleen kent van de (wat) betere rode wijnen, zoals crianza (drie maanden op hout), of reserva (zes maanden). Een cosecha is een rode wijn, die helemaal geen hout heeft gezien, en bij gebrek aan een houten vat, gaan wij eens kijken of wij een rode wijn kunnen produceren van de druifjes die rondom het huis hangen. Maar hierover later meer, evenals over de olijvenoogst. Hier moet ik Jandini nog eens over contacten...

woensdag 29 september 2010

Feria of nee?

Afgelopen weekend was de jaarlijkse Feria van het dorp Graus. Alles en iedereen uit de wijde omgeving die iets met paarden heeft, kwam met of zonder zijn viervoeter een kijkje nemen.

Wij hadden besloten dat het wel leuk zou zijn om met een standje met Barokshopartikelen te gaan staan. Een ‘collega’ ruitersportzaak ook, maar ons aanbod was wel geheel verschillend: hij de gewone dagelijkse paardenbenodigdheden als halsters en borstels, wij de exclusieve hebbedingen die je als ruiter niet nodig hebt maar wel graag zou willen hebben.

Vinz mee, Nick mee, aanhanger vol dozen achter de auto en om 8 uur ’s morgens al op pad. Graus is hemelsbreed misschien niet ver, maar je doet er wel een uur over om er te komen...


Ach, en voor de onervaren marktkooplui als we zijn, wisten we toch wat te improviseren om het er ook als een winkel uit te laten zien. Het was gelukkig ook een stralend warme en zonnige dag, dus geen straf om een dagje uit te gaan met de ‘Barokshop’.

Nick vond het natuurlijk helemaal geweldig; lekker op en over tribunes klauteren (leuk en spannend hoor, en als je het als dreumes even verkeerd inschat, blijkt er toch altijd weer een papa of mama klaar te staan om je val te breken...), ritjes op shetlanders maken en natuurlijk heel veel mensen en paarden om langs te struinen. Om beurten hebben we op de kraam of Nick gelet, en tegen een uur of half drie waren we dan ook alledrie wel flink aan een dutje toe. We besloten om in te pakken, nog wel even aan de gezamenlijke lunch mee te doen, maar daarna het middag en avondprogramma aan ons voorbij te laten gaan. De lunch ging op z’n spaans: lange rijen met tafels en stoelen voor het hele dorp, het eten bereid in 1 metersgrote pan, salades, brood en wijn erbij, en ijsjes en koffie toe. De kinderen lekker ravotten met elkaar nadat ze ook wat gegeten hadden, en een gemoedelijk sfeertje.



Later hoorde ik dat het avondprogramma echt de moeite waard was geweest qua demo’s en shows (doma classica, een garrocha demo en carroussels). Balen dat wij ’s morgens begonnen met een hoefsmederij competitie, niet echt een spannend schouwspel zeg maar...

Ook qua verkopen zat het niet mee (1 pot vet), maar aan belangstelling hadden we geen gebrek. Wel grappig hoor, die Spanjaarden. Heel serieus je spullen oppakken en alle kanten bekijken om vervolgens te vragen wat het eigenlijk is. Nou ja, wie weet of er nog wat uit voortkomt, het was in ieder geval weer een leuke belevenis om op deze manier aan een spaanse Feria deel te nemen. En volgende keer maar een partijtje goedkope halsters en basic touwtjes mee om te verkopen.

donderdag 16 september 2010

Weekje naar Nederland en Frankrijk

Vorige week was het begin september en dus tijd voor Keuterkermis, het eerste geplande terugkeer naar Nederland. Marja heeft niet veel met die kermis, en omdat haar ouders in Frankrijk op de camping zaten besloot zij daar een weekje vakantie te houden. Die camping was ook nog eens min of meer halverwege, dus dat kwam eigenlijk wel goed uit om in twee dagen heen en in twee dagen weer terug te rijden.

Dus donderdagochtend het gas erop om na een voorspoedige reis op de camping in Coullons te belanden. Coullons is een uitgestorven dorpje zonder bezienswaardigheden, dus eigenlijk is het best bijzonder dat mijn schoonouders deze plek uberhaupt hebben gevonden en sindsdien er ook al jaren 2 keer per jaar 2 weken heen gaan. Maar: het is er vlak en je kunt er goed fietsen, dus snappen doe ik het vanuit hen wel. Ikzelf heb met beide eigenschappen weinig en vond een nachtje wel weer voldoende.

De volgende ochtend na de koffie in mijn eentje (nou ja: in de alfa) doorgereden, om vrijdagavond om ongeveer 8 uur in Keut te arriveren.

Zaterdag eerst maar eens naar het voetbalveld. Daar maar tegen iedereen hetzelfde verhaal opgehangen. Niet omdat ik dat nu zo graag wou, maar zo gaat dat: Hee jij hier, hoe is het daar etc. Ik had duidelijk nog niet genoeg gedronken om een gebruikelijk onzin antwoord te verzinnen, dus somde ik braaf alle feitjes op. Waarom lezen die mensen onze blog niet? Nee hoor, gewoon leuk natuurlijk, maar wel zoals je je voorstelt hoe een bruidegom zich voelt na 300 handen te hebben geschud.

's Avonds was het Dou en anderen in de tent, anderen is in dit geval ook mijn oude bandje Sack! Ik stond met ex-zanger Tim te kijken hoe de mannen het best goed deden. En dat terwijl wij niet meededen. Hoewel: een paar keer die avond kon ik het niet laten en speelde ff wat deuntjes mee. Alleen Tush vond Eric niet zo grappig; die zou hij op gitaar doen. Ja eh: moet je me maar niet het podium oplaten, je weet wat er dan gebeurt...

Zondag had ik een houten hoofd. Slapen bij je moeder is wel makkelijk, maar die begrijpt niet zo goed, dat als je om een uur of drie uit de kroeg komt rollen, overleg over het tijdstip van ontbijt om half negen nog niet zo gewenst is. Enfin, nu was ik toch wakker dus inderdaad maar ontbeten en direct erna de borrel van mijn moeder. Mijn stem had het zaterdagavond tijdens living on the edge al begeven, en was zondagochtend tot ongekende diepte gedaald. Dat gaf me in elk geval een excuus voor het Spanje verhaal: ik moest het kort houden.

Om een uur of twee met broer Kees naar de borrel van Hein, kon ik gelijk mijn huis eens inspecteren ;-). Was een gezellig feest met de gebruikelijke prominenten, die ondanks de wat magere opkomst de drankvoorraad een ernstige klap toebedeelden. Nog een heel tijdje naar het uitzicht vanuit de woonkamer zitten kijken. Als je dan toch in Keut moet wonen, is dat wel een goede spot hoor!

Maandag na het ontbijt al weer lekker aan de pils. In elk geval had ik intussen die roes dat je geen kater meer hebt te pakken. Het thema was "leger" en dus was ik dienstweigeraar, dat scheelt weer een stukje carnaval. Uiteraard wel even met het paintball geweer gespeeld. Eindelijk eens een evenement waar je het publiek niet voor aan hun oren naar buiten moet trekken. Gaat goed met het comite, ook zonder mij!

Dinsdag was regenachtig, maar weer een aaneenschakeling van borrels. Merkwaardig genoeg begon mijn stem langzaam beter te functioneren (hoewel: uiteindelijk deed hij het pas zaterdag weer min of meer normaal). Mijn jas was natgeregend, en dus ik in een jas van mijn vader op stap.

Woensdag was het het einde van mijn bliksembezoek en reed ik terug naar de camping. Marja en haar ouders waren intussen terug naar Spanje gereden, zodat zij de Abdij ook eens konden zien. Stond ik in mijn eentje op de vrijwel verlaten camping. Bizar.

Weer terug in Spanje wordt je wel even met eenzaamheid geconfronteerd: het seizoen is over, er woont hier nu niemand meer, en dan kom je net uit zo'n hectische kermis.

Maar: er zijn weer nieuwe initiatieven, daarover in een volgende blog meer.

maandag 9 augustus 2010

El concurso de tapas, o: fiesta en el pueblo

Af en toe krijg ik mailtjes wanneer er weer een nieuwe blog volgt, insinuerende dat er waarschijnlijk niet veel gebeurd is de afgelopen periode. Niets is uiteraard minder waar. Maar schrijven doe je over zaken waar je nog niet over geschreven hebt, en uiteraard als je er tijd voor hebt.

Nou heb ik al geschreven over mensen die langskwamen (mijn tante, Eric en mijn moeder), maar toch zijn er weer een paar bijzondere toe te voegen. Zo is Peter, Marja's broer, met compleet vijftallig gezin een weekje langsgeweest, en kwam vorige week Dennis (de zanger van Sack) onverwacht een nachtje over, idd ook met gezin. Toch wel grappig om bijna heel Sack hier over de vloer te hebben gehad. Een andere bijzondere is een reporter van de telegraaf, die een stuk over deze regio aan het schrijven was. We hebben het stuk al gelezen en het ziet er goed uit. Waarschijnlijk staat het dit weekend in de Telegraaf reiskrant. Met zelfgemaakte foto:


We kregen onlangs een brief van de feestcommissie, dat er een feestweekend voor het hele dorp werd gehouden, met op zaterdag een diner en band achteraf, en zondag een tapaswedstrijd. Dat leek ons wel wat, dus wij gingen langs bij Carlos Campo om de bijdrage te betalen. Uiteraard kon dat niet zonder te gaan zitten, bier drinken etc. Ik vroeg of die tapaswedstrijd ieder jaar gehouden werd. Dat bleek niet zo te zijn; dit was het eerste jaar. Ik vroeg hem of hij het dan niet vervelend vond dat de eerste keer al door een nederlander gewonnen werd. Carlos lachte wat vanachter zijn snor vandaan en liep naar binnen om naar buiten te komen met een kookboek. Kijk, die middeneuropese keuken, dat was wel leuk, maar hier in Spanje wordt echt bijzonder gekookt. Na nog wat gebabbel kwam er nog een boek bij over eenvoudige tapas maken, en zo gingen we twee kookboeken rijker weer huiswaarts.

Afgelopen zaterdag was de feestavond. We hadden vrijdag al wat geoefend om Nick een echt spaans jongetje te laten zijn, door hem 's avonds mee te nemen naar Abizanda, waar om tien uur een gitaarconcert begon in een heel bijzondere ambiance. Erg goed concert van een singer songwriter, die zelfs een kazoo als een serieus instrument wist te laten klinken. Nick hield het braaf vol, en viel toen we om half twaalf thuis kwamen als een blok in slaap.


Zaterdag begon de avond ook om tien uur, alleen beloofde het wat later te worden. Om een uur of twaalf hadden we het eten gehad, en konden de voetjes van de vloer. De tweede set werd ik door de band gevraagd in te vallen als gitarist, en vanaf daar ging het zoals het meestal gaat. Toen het rustiger begon te worden en we (eh, de band en ik) besloten te stoppen keek ik eens op mijn horloge. Het was vier uur. Nick stond me nog met grote ogen aan te kijken: ben je al klaar? Leek hij te willen vragen. Snel huiswaarts, morgen om half negen moet ik een ontbijtje serveren.

Thuis aangekomen bleek het dorpsfeest niet het enige feest te zijn. Het was een behoorlijke herrie in het anders muisstille Samitier. Er werd een housefeestje bij de buren gehouden. Marja besloot aan te bellen om te vragen voor wat begrip voor onze gasten. Een mededeling voor dovemansoren, want de volgende dag hoorde ik van een andere (ook niet zo blije) buurman dat er om half zes nog uit volle borst iets als: "we houden er nog lang niet mee op" richting ons gescandeerd werd. Veel heb ik er niet van meegekregen, want de mix van wijn, cava, baileys en bier had me behoorlijk te pakken.

's Ochtends ging ik er alleen uit om het ontbijtje te regelen, hetgeen intussen gelukkig wel routine is, met checklist. De gasten toonden begrip, en waren blij dat de kinderen in elk geval hadden geslapen, want als de kinderen niet slapen, dan slaap niemand. Toen het ontbijt op was stuurden de gasten me terug naar bed met de woorden: je ziet er uit als een zombie. Even op bed de ogen dicht gedaan, en het was twaalf uur. Marja en Nick werden ook net wakker. Ik moest voortmaken, want om half twee begon de tapaswedstrijd. Dus eerst maar eens de bergen in om rozemarijn te plukken. Handig, zo'n kruidentuin achter het huis, maar als je haast hebt is het wel wat ver...

Intussen de vis ontdooit (wat zou Herman daarvan vinden) en de hele zaak op orde gemaakt; van de rozemarijn een stuk of dertig sateprikkers gemaakt (met nog een toefje blaadjes op het eind), de vis in dertig stukken, alle een stukje ham eromheen, prikker erdoor en bakken die hap. achteraf wat grof zeezout en peper erover, en niets meer aan doen.

Om twee uur, maar precies op tijd (spaans voordeeltje zeg maar) arriveerden we en leverden onze tapas in.
Eerst werd er door een commissie geproefd, en toen die klaar waren, mochten de aanwezigen los op de 30 inzendingen. Afgezien van het oordeel van de jury zegt de mening van het publiek ook iets, en het deed me dan ook deugd te zien dat mijn schalen wel heel snel leeg gingen. De wijn hebben we (op een klein scheutje voor de smaak) maar even gelaten voor wat hij was.

Tijdens het keuren werd ik door allerlei mensen aangesproken op mijn gitaarspel. Prachtig vonden ze het, hoe ouder ze waren hoe lovender het werd, terwijl ik me toch alleen een vrij heavy gebeuren met ACDC en dergelijke wist te herinneren.

Uiteindelijk was bijna alles op en was het tijd voor de prijsuitreiking. Eerst de meest bijzondere qua beeld. Die ging naar een als glaasje uitgeholde komkommer met gazpacho er in. Dan die waar het meeste werk in was gaan zitten. De gevulde champignons. Dan was er nog een prijs voor de meest vernieuwende, ik ben ff kwijt waar die heen ging, want het werd tijd voor de hoofdprijs: de beste overall qua smaak. Er werd een meisje voor de zoenen klaar gezet, en ik dacht al: dus de inzending is van een man. Er werd gesproken van een mooie verfijnde smaak en toen: de met ham omwikkelde kabeljauw van Bicente Gakman! En zo kwam het grapje gewoon nog uit ook. Carlos had vanuit zijn boekenwinkel de prijzen geregeld, en zo kreeg ik mijn derde kookboek van hem in mijn handen gedrukt. Iemand met wat minder grootheidswaanzin zou zo langzamerhand denken dat het subtiele nu wel van de hint af was.

Vandaag hadden we alle drie een off-day, but that's the price you've got to pay...

Mij benieuwen of dit hier nog in een lokaal krantje komt, want na de Binding en de Telegraaf, wil je natuurlijk internationaal!

vrijdag 16 juli 2010

If you can't beat them join them

La guerra de fútbol
Na twee spannende halve finales (althans: van horen zeggen) kwam het er op neer dat Nederland tegen Spanje de finale van het WK 2010 zou gaan spelen. Hoewel we echt niets met voetbal hebben, besloten we dit in het dorpshuis te gaan vieren. Gelukkig waren we niet de enigen: moeder Truus en buurvrouw Toos waren een weekje over, en in het dorp wonen nog 2 Nederlanders, die we alleen van naam kenden omdat we eens een brief voor hen op ons adres ontvingen. Iemand die Guus Klaver heet moet wel Nederlands zijn...

De aankomst in het dorpshuis was best grappig. Toevallig waren net die dorpelingen die ons niet kenden bezig stoelen neer te zetten en spaanse vlaggen op te hangen, komen wij aanlopen met onze koelbox. Wat wilt u? Vraagt een van de mannen. Ik zeg: we dachten dat jullie wel wat Nederlanders konden gebruiken vanavond. Geweldig, dat hoofd dat hij toen trok. Maar al snel gaf hij aan dat we onze banderas ook op moesten hangen. Het laatste ijs werd gebroken door wat pils uit te delen en de match begon.


Marja kon het al snel niet meer zo interesseren, en was buiten met Bea Klaver in gesprek toen er van binnen een enorm gebulder kwam. In de veronderstelling dat er gescoord was, rende ze naar binnen om te voorkomen dat Nick door de (15) feestende dorpelingen onder de voet gelopen zou worden. Het ging echter nog lang niet om een goal, maar om een kans van Nederlandse zijde, die verijdeld werd. Zo ging het nog bijna twee uur door, en toen er uiteindelijk gescoord werd, moest iedereen, ook de oudere nederlandse dames, gezoend worden.

Toen het verlossende fluitje klonk liet ik de Cava knallen, hetgeen gewaardeerd werd. Maar ja, if you can't beat them...


Gelukkig ook maar, want achteraf (ik geloof dat de match om een uur of 11 afgelopen was) moest er nog gegeten worden, en of dat nou zo gezellig was geworden als ze hadden verloren... Uiteindelijk gingen we om een uur of half 1 naar huis, Nick viel direct in slaap. Hij was gewoon de hele avond vrolijk wakker gebleven.


...Join them: Los Vicentes deel 2


Schreef ik laatst het blogartikel: "Los Vicentes a pie" over een bizarre wandeling met naamgenoot Vincent, dit keer een stukje over een nieuw muzikaal project met oud buurman Vicente Gabasa. Onder de werknaam Los Vicentes deden we gisteren een eerste optreden in Ainsa. Zijn Engels is niet best, en Spaans zingen is voor mij ook nog wel best lastig, dus dachten we dat we van de nood een deugd, en dus een mix zouden maken, vooral ook omdat het spaans ongeveer 1,5 keer zoveel lettergrepen nodig heeft voor dezelfde zin.

Strange kind of woman van Deep Purple bijvoorbeeld:
Her name was nancy, her face was nothing fancy, dat wordt:
Su nombre era nancy, su cara no era muy bonita
ff puzzelen dus, maar uiteindelijk was dit het resultaat:



Blof en Counting Crows effect? Wie zal het zeggen...


Uiteraard is Nick onze grootste en tevens kleinste fan, maar het gejuig is gelukkig niet alleen van hem afkomstig.

zondag 20 juni 2010

Kaasmakerij de Abdij

We hebben het al een tijdje niet over koken gehad, hetgeen wellicht de indruk wekt dat we uitgeëxperimenteerd zijn. Niets is minder waar. Vorige week hebben we alle dagen nieuwe zaken uitgeprobeerd, met als inspiratiebron de geweldige boeken van onze held Jamie Oliver. Ik vond hier ook een simpele manier om kaas te maken.

Om te kijken of het voor een workshop wat zou zijn, besloot ik het eens te gaan doen. De ingredienten voor een basiskaas zijn vrij simpel: melk en iets om het te laten schiften. De melk liefst vers, en anders gepasteuriseerd, want met gesteriliseerd lukt het niet.

Om te scheiden gebruiken de fabrieken een middel dat niet zo even bij de Deen (of: Mercadonna) te halen is, maar het kan ook met wijnazijn.

Okay, ik nam dus een liter melk en bracht dat aan de kook, dan van het vuur, en een half glas wijnazijn erbij, even goed doorroeren en 5 minuten wachten. Dan kun je gaan zeven. Dat wat in de zeef blijft bewaar je, want dat wordt de kaas, de rest kan weg. Bij kaasmakerijen is dit dan wei, waar je nog drankjes van zou kunnen maken. Door de grote hoeveelheid zuur van de wijnazijn, is dat hier niet meer mogelijk.

Wat overblijft is de vrij natte wrongel, die je in een theedoek uitknijpt. Dit is belangrijk omdat anders je kaas erg zuur blijft. Het hompje overblijfsel is je kaasje. Weet je gelijk waarom dat spul zo duur is. Wel lekker in de sla (is al weer bijna op...).


Wil je nou een boursin namaken, dan kun je het volgende doen: Voordat je begint: neem een grote teen knoflook en pers deze uit, vermeng met iets zout en zet een uurtje opzij. Door het zout wordt de knoflook nog wat verder gepureerd. Zoek verder wat provencaalse kruiden bij elkaar, en vermeng deze met de knoflook in de wrongel, voordat je hem uitknijpt in de theedoek. Voila. Niet lekkerder, niet goedkoper, wel, eh... Anders?

Natrapje: Kersenchutney en sachertorte

Neenee, niks onrijp. Deze kersensoort hoort zo lichtrood te zijn.

Van de buren kregen we weer eens een hoeveelheid kersen waar je u tegen zegt. Van de vorige lading had ik al jam gemaakt, omdat ik bang was anders een week lang alleen kersen te 'moeten' eten. Maar nu waren het er nog meer. Dus maar een chutney van gemaakt.


Wil je weten hoe je dat maakt? Kijk dan in de 'Boodschappen' van juni (kan nog net), en vervang de perziken door kersen, of niet....


Ik vond hier een spaans kookboek (ook best lastig), alleen maar over chocola. He wat vervelend! Ja, het weekend zat er aan te komen, en de passanten die wat kwamen drinken wilden wellicht ook wel een stuk taart. Goed excuus. Dus na 30 jaar maar weer eens een sachertorte gemaakt, hetgeen me deze keer wel wat makkelijker afging, ondanks het spaanse kookboek. Gedurende het hele weekend hebben we alleen twee biertjes verkocht, dus je begrijpt wie de taart uiteindelijk opgegeten hebben. Maar of dat heel erg is?