Het is donderdag 25 maart 2010. We overleggen tijdens het ontbijt in een casa rural (spaanse B&B) hoe we de dag zullen indelen. We zijn twee dagen van 'huis', om Granada en de Sierra Nevada nader te bekijken. Gisteren zijn we naar Granada geweest, waar we het Alhambra zouden bezichtigen. De wachttijd betrof 3 uur, dus we besloten het te houden op een wandeling er om heen. Bijzonder contrast met de foto's die we van het interieur zagen: ruige vierkante buitenmuren, naast een minutieus versierd binnenwerk. Na Granada reden we naar de huidige stek, een plek midden in de Alpujarra, hét wandelgebied van de Sierra Nevada. Vandaag willen we een wandeling gaan maken, en vanmiddag nog naar een bodega voor een wijnproeverij.
Gisterochtend kwamen we er na 150 km achter dat we de telefoon vergeten waren. Het leek ons niet zo'n punt - meestal bellen alleen prospect klanten, die sturen dan maar een mailtje - hoewel er wel door me heenschoot: wat als er iets met mijn vader foutgaat? Die was een anderhalve week eerder geopereerd, en hoewel de herstelberichten voorspoedig leken weet je het maar nooit; het is niet zijn eerste operatie, en met 73 jaar is mijn vader intussen ook niet de jongste meer.
De casa rural is voorzien van internet, en om de meest urgente mail te kunnen beantwoorden hadden we Marja's laptop mee. Dit doen we eigenlijk altijd als we weggaan; het houdt de klanten tevreden en tussen de bedrijven door werk je net een beetje de ergste ophopende stapel werk weg. Gisteravond hadden we dit al gedaan, en nu - na het ontbijt - was Marja klaar met de ochtendmailtjes en zou ze de laptop dichtklappen; we hadden een flinke dagtocht voor de boeg.
'Wacht even,' zei ik. 'Dan check ik mijn hotmail nog even.' Zo gezegd zo gedaan, ik zie een mail van mijn broer Hein verschijnen, met als titel 'vader gerrit'. Ik klik hem open en lees de eerste zin: 'Het gaat niet goed met vader Gerrit. Hij wordt vanavond opnieuw geopereerd, Het gaat om een gevaarlijke operatie.' De familie heeft ons meermalen geprobeerd te bellen, maar kreeg ons niet aan de lijn, zo bleek verder uit de mail, en uit een tweede mail, verzonden na de operatie, bleek dat de complicaties best groot waren en dat de toestand kritiek was.
Eerst maar eens met Nederland bellen, het was intussen half 10 's ochtends, precies 12 uur na de eerste mail. Na een gesprek met mijn moeder en Hein besloten we eerst maar eens naar Arboleas te rijden, en dan nog eens te bellen. Broer Kees, zijn vrouw Jacquelien en mijn moeder zouden dan een gesprek met de arts gehad hebben, hetgeen meer duidelijkheid zou moeten geven. 'Eerst maar eens', is sneller gezegd dan gedaan, we zaten minstens 2,5 uur rijden van Arboleas. Snel op weg dus.
De Alpujarra is in tegenstelling tot onze woonplaats bijzonder getroffen door de vele regen de afgelopen maanden. Op veel plaatsen is de weg ingestort, asfaltloos, of bezaaid met modder. We zaten echter snel op de mainroad en meenden dus goed op te schieten. Totdat er een bord volgde: Ruta cortada en 2 km. (weg afgesloten over 2 km). Dit geloofden we uiteraard niet en reden toch door. Op anderhalve km zagen we het: de rotswand naast de weg had de vorige nacht besloten op de weg te gaan liggen. Een aantal brandweerlieden was bezig de schade op te nemen en te zien hoe ze de weg weer vrij konden krijgen.
Dan maar terug, op de plek waar we het bord zagen kon je ook een dorp in, dus daar vroegen we naar een omweg. Bleek dat je ook over de pas kon, en als je op een bepaald moment afsloeg dan kwam je weer goed uit. De man aan wie ik het vroeg was als een raswestfries die zich niet bewust is van zijn dialect, dus ik was met de gefilterde informatie blij genoeg.
De weg was echter kleiner dan gedacht en bekende plaatsnamen stonden niet op de afslagen, die allen ook naar gehuchtjes leken te gaan. De weg bleef wel behoorlijk klimmen en toen we op klein 1500 meter een bordje dat sneeuwkettingen aanbeval tegenkwamen wist ik niet of ik blij moest zijn met die info: hoe hoog is deze pas eigenlijk?
Uiteindelijk klom de weg tot 2000 meter en met wat sneeuw naast weg passeerden we het hoogste punt. Zoals de meer alpiene rijders wel weten schiet een bergpas alleen compleet niet op. Wij hadden echter haast en besloten waar het kon het italiaanse karakter van de alfa aan te spreken. Maar daar, (en van de natuur) konden we niet van genieten, er speelden teveel onzekerheden door ons hoofd: Hoe zal het met hem gaan?, maar ook: Waar zijn wij vanavond?, wanneer komen we weer terug?
Na de pas kwamen we op een stuk snelweg, en uiteindelijk waren we met een half uur vertraging om 1 uur thuis. Een belletje met jacquelien wees uit, dat de toestand dermate kritiek was, dat een overlijden een reeel risico was. We besloten direct een ticket te boeken voor de vlucht van 21.00 uur, de afspraken in de buurt af te zeggen, het thuisfront te vragen ons op te halen en een slaapplaats te regelen, en naar de luchthaven te rijden.
Intussen waren we al de hele dag met een 16 maanden oud mannetje onderweg, die geen idee had wat er aan de hand was. Maar op de een of andere manier leek hij het te voelen: hij heeft de hele dag precies op momenten dat er lange stukken auto gereden moest worden geslapen, om thuis, en in de vertrekhal lekker te kunnen spelen. Pas net voordat het vliegtuig landde werd hij wakker en huilde hij wat. Hein en Bernadette haalden ons op, en we reden naar het huis van Kees en Jacquelien. Hier hebben we met z'n allen nog wat gepraat, en om alf drie was iedereen (inclusief Nick) moe genoeg. Deze twee dagen zijn compleet anders verlopen dan vooraf bedacht. Morgen naar het ziekenhuis...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten