zondag 7 maart 2010

¿A dónde?, ¿porque?

Bij gebrek aan nieuwe belevenissen deze week een stuk over onze beweegredenen, dat ik eerder schreef voor het personeelsblaadje van Bluedesk, mijn voormalige werkgever.

NB: Niet dat we deze week niet met de paardrijmaatjes het cafe in zijn geweest, en dat het op zich opmerkelijk is, dat ik nu gitaarles geef aan mijn buurman, die 30 jaar beroepsmuzikant is geweest, en zelf weer gitaarles geeft aan studenten hier in de buurt, maar daar heb ik verder nog ff te kort over te vertellen. Later deze maand meer... Nu dus:

Waarheen, waarvoor?
Het was heet op Osa, hoewel het al uren donker was. We hadden de hele dag in de bus gezeten om van San Isidro de General naar Puerto Jiménez te reizen. Na een Havana en enkele verkoelende biertjes gingen we naar bed. De volgende ochtend werd duidelijk waar we terecht waren gekomen. Puerto Jiménez is een tropisch western stadje, ontstaan tijdens een goldrush. Rondom het trapveldje staan bomen met nootjes, waar 's ochtends op vaste tijden de ara's komen peuzelen.


De locals kijken er niet van op - alsof het mussen zijn, maar wij zijn er uren mee bezig. We zijn twee weken op Osa gebleven, gegrepen door de puurheid van het schiereiland en de rauwe natuur van Corcovado national parc. Weer thuis wisten we het zeker: we hadden al eens vaker over emigreren gesproken, maar Costa Rica is toch wel het ultieme land, en twee weken is veel te kort...



Maar de tijd was nog niet daar, er waren nog veel te veel loose ends, en dus bleven we tijdens de vakanties de wereld rondreizen, reizen die in ons achterhoofd wel al meer een gedachte van een uitvlucht met zich meebrachten. Mei 2008 waren we weer in Midden Amerika. In Belize was het ook heet. De hitte schudde ons ook uit de droom. We konden hier niet leven, behalve de hitte is er het verschil tussen arm en rijk en allerlei andere zaken die we op vakantie voor lief namen.



We stelden ter plaatse een lijst op waar de locatie dan aan zou moeten voldoen. Langzaam maar zeker besefte ik dat de spaanse pyreneeen perfect bij de eisen pasten. Hoewel we er beiden nooit geweest waren zijn we er augustus 2008 eens wezen kijken. Geweldig, helemaal wat we voor ogen hadden (ok, niet alles kon ingewilligd worden, maar er moet wat te wensen overblijven).


Maar als je gaat emigreren, moet je je huis verkopen, je baan opzeggen, je spullen verhuizen, en in een vreemd land alles weer opbouwen. Het is een traject dat ons tegenstond, hoewel we het in eerste instantie wel opgestart hebben. Ondertussen werden we natuurlijk ook ouders, hetgeen - zoals andere ouders weten - je productiviteit aanzienlijk reduceert, dus echt veel tijd hadden we er ook niet voor.


In juni kwamen mijn broer en schoonzus terug na 8 maanden in Australie te hebben gewoond. Ze woonden in eerste instantie in Bovenkarspel, in een huis van haar broer, dat te koop stond. Liever woonden ze in Onderdijk, en dat opende onverwacht een deur voor ons. Wanneer we ons huis aan hen zouden kunnen verhuren, zouden wij redelijk risicoloos kunnen proefdraaien.

We kwamen tot overeenstemming toen ik net twee weken ouderschapsverlof had. Gelijk de directie ingelicht, die uiteraard verbaasd reageerde. Vanaf toen begon het vuurtje zich te verspreiden en konden we aan iedereen (zelfs aan wildvreemden) gaan uitleggen "wat we daar gaan doen". En dan te bedenken dat de vraag "Wat doe ik hier?" de veroorzaker was van de hele onderneming.

1 januari is het zover, dan rijden wij naar het zuiden. Omdat we daar niets kopen zijn we wat vrijer, zodat we in de periode dat we daar zijn zoals het er nu naar uitziet op diverse verschillende lokaties een huisje zullen huren. Maar dat is toekomst, en die passen we aan naar het op dat moment meest gunstige scenario. Als ik bij Bluedesk iets geleerd heb, is het wel dat een planning dat is, wat je uiteindelijk niet gaat doen. Maar je hebt hem wel nodig, want een planning maakt het verschil tussen een droom en het najagen ervan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten